Jongemannen uit Nederhorst den Berg in het leger van Napoleon
Op 5 mei 2021 vierden we in Nederland de bevrijding van de Duitse bezetting in 1945. In Frankrijk herdacht men een heel bijzonder persoon: het was 200 jaar geleden dat Napoleon Bonaparte stierf. Was het wel kies zijn overlijden te herdenken, omdat hij zoveel leed had aangericht in Europa?
Dienen in het leger van Napoleon
In gesprekken in kleine kring hoor je soms zeggen dat een voorouder ook in het leger van Napoleon gediend heeft en al of niet is teruggekeerd. Sinds kort is het mogelijk na te gaan of en waar de voorouder gediend heeft. De database van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) is daarbij een grote hulp. Voor nadere details verwijst het Instituut echter naar de ‘Service Historique de la Défense’ in Vincennes/Parijs (SHD), waar slechts een deel van de stamboeken is gescand. Het gaat dan om de boeken waarin de militairen die deel uitmaakten van de Keizerlijke Garde en de Linieregimenten geregistreerd staan. De overige subseries moeten nog gedigitaliseerd worden.
Drie en twintig jongemannen uit Nederhorst den Berg[i dienden in het leger van Napoleon. Ze worden hierna behandeld uitgaande van het regiment, waarbij ze waren ingelijfd.
Keizerlijke Garde: de eliteregimenten onder het directe bevel van Napoleon.
Nadat Napoleon op 9 juli 1810 het Koninkrijk Holland inlijfde bij Frankrijk, de annexatie, werden de Hollandse garderegimenten geïntegreerd in de Keizerlijke Garde. Op 31 juli 1810 ontving de in Hilversum geboren kolonel Charles Dubois het bevel met alle Hollandse garderegimenten naar Parijs te komen. Na een grote parade in Amsterdam, onder toeziend oog van maarschalk Oudinot, marcheerden deze regimenten af naar hun garnizoen te Versailles.
5e Regiment Tirailleurs van de Garde
Jacob van Groen was een conscrit (rekruut, dienstplichtige) van de jaarklasse 1812. Hij ging op 26 april 1813 via het Dépôt des Conscrits te Courbevoie naar een ander regiment: het 5e Regiment Tirailleurs van de Garde om deel te nemen aan de Campagne in Saksen. Op 12 juni 1813 werd hij opgenomen in het hospitaal van Kaiserslautern. Hij keerde echter terug, gezien zijn huwelijk met Geertruij van Besooijen in 1815.
3e/6e Regiment Voltigeurs van de Garde
Nicolaas van Santen ging op 3 december 1812 via het Dépôt des Conscrits naar het 3e Regiment Voltigeurs van de Garde. Op 21 januari 1813 volgde er nog een overplaatsing, deze keer naar het 6e Regiment Voltigeurs van de Garde. Zijn eenheid nam in 1813 deel aan de Campagne in Duitsland. In oktober 1813 werd Nicolaas echter krijgsgevangen gemaakt in Duitsland, waarschijnlijk tijdens de Slag bij Leipzig.
Linieregimenten
Bij de linieregimenten stelden de militairen zich in achterelkaar gelegen linies op, om daarna linie voor linie vuur te geven. Na de annexatie ontstonden er verschillende linieregimenten die voornamelijk uit Hollanders bestonden, zoals het 123e, 124e 125e en 126e Regiment Infanterie van Linie. Deze vier regimenten namen deel aan de Veldtocht naar Rusland in 1812 en werden er gedecimeerd.
124e Regiment Infanterie van Linie
Dirk Uithof was al vanaf 1 oktober 1806 in dienst van het 7e Hollandse Regiment, voorloper van het 124e Linieregiment. Dirk maakte de campagnes van 1806 en 1807 in Pruisen, van 1808 in Noord-Duitsland en van 1809 in Zeeland mee. Op 1 juni 1811 ging hij als grenadier over naar het 3e Regiment Grenadiers te Voet van de Garde. Ergens tussen Vilnius (Litouwen) en Smolensk (Rusland) werd hij op 1 augustus 1812 krijgsgevangen gemaakt.
125e Regiment Infanterie van Linie
Jacob Leeflang, Barent Rijmerink, Rijk Langemeijer, Jacob Portengen, Thomas Torsing en Klaas van Agterberg dienden bij het 125e Linieregiment. Jacob Leeflang ontving zijn afkeuring op 30 april 1811. Barent Rijmerink maakte deel uit van het 3e bataljon dat op 27 november 1812 tijdens de Slag aan de Berezina in de pan werd gehakt. In tegenstelling tot bovenstaande beroepsmilitairen waren de overige vier militairen conscrit: d.w.z. rekruut of dienstplichtige. Op 16 maart 1812 ontvingen ze hun uitrusting en deden ze hun eerste exercities in het depot te Amiens. Rijk werd al op 6 juni 1812 naar huis gestuurd. Jacob, Thomas en Klaas maakten deel uit van het vierde bataljon dat in 1812 in Stettin (Szczecin in Polen) achterbleef om het voorraaddepot te bewaken. Het Pruisische leger bezette de stad in 1813 en de nog aanwezige militairen werden krijgsgevangen gemaakt op 30 november 1813. Dit overkwam ook Jacob, Thomas en Klaas. In 1814 echter mochten ze weer terugkeren naar huis. Van Jacob is bekend dat hij op 8 januari 1814 weer thuiskwam.
126e Regiment Infanterie van Linie
Bij het 126e Linieregiment diende allereerst conscrit Lodewijk Bouwman, die zijn depot in Luik op 14 april 1811 bereikte. In 1811 bewaakte het regiment de kusten om te voorkomen dat de Engelsen voet aan wal zouden zetten. Op 9 oktober 1811 werd Lodewijk echter opgenomen in het militair hospitaal van Brugge, waar hij op 30 januari 1812 overleed aan koorts, met andere woorden tyfus. Vervolgens bereikten Hendrik van Groen en Cornelis van Altona hun garnizoen op 9 november 1811. Het regiment offerde zich op om de terugtrekking van de “Grande Armée” af te dekken tijdens de Slag aan de Berezina eind november 1812. Er waren nauwelijks nog manschappen over. Het 126e had opgehouden te bestaan. Voor Cornelis is in 1820 en 1825 nog een bewijs van afwezigheid afgegeven, waarmee de Franse administratie aangaf geen flauw idee te hebben hoe en waarom hij absent was.
131e Regiment Infanterie van Linie
Het 131e Linieregiment had ook de naam het Walcheren Regiment, waarvan het depot zich in Middelburg bevond. Jacob van Groen bereikte als remplaçant (vervanger) het depot van zijn eenheid op 17 april 1813. Jacob overleed echter op 16 april 1814 in het militair hospitaal van Gent, volgens de Overlijdensakten van Nederlandse soldaten in Franse Krijgsdienst over de jaren 1792-1815 (Nationaal Archief, Den Haag).
Nadat Napoleon zo verpletterend in Rusland verslagen was, probeerde hij zo snel mogelijk een nieuw leger op te bouwen, waarvoor hij heel veel dienstplichtigen opriep. Ze ontvingen nauwelijks een opleiding, ze zouden het in de praktijk wel leren. Deze jongens vielen dan ook als eersten in de strijd. Je vindt ze vooral terug in de linieregimenten, die 100 en lager waren genummerd.
8e/45e Regiment Infanterie van Linie
Twee “Bergers” die deel uitmaakten van het 8e Linieregiment, kwamen op 28 oktober 1813 bij hun depot aan. Jacob Portengen was remplaçant voor Hermanus Andriessen uit Hilversum. Ook Hermanus van Stillen was remplaçant: hij verving namelijk Lambert van Emmerik. Vanwege de zoveelste reorganisatie van het leger gingen ze beiden op 13 november 1813 over naar het 145e Regiment Infanterie van Linie. Holland was eind november 1813 weer zelfstandig geworden: een bericht dat als een lopend vuurtje verspreid werd. Ze deserteerden beiden, Jacob op 25 december en Hermanus op 31 december 1813. Jacob en Hermanus kwamen op respectievelijk op 8 en 10 januari 1814 weer thuis.
25e Regiment Infanterie van Linie
Dirk Nieuwede, Jan de Jong en Cornelis van Veeren dienden bij het 25e Linieregiment. Ze arriveerden bij hun depot te Verdun op 17 april 1813. Het regiment nam in 1813 deel aan de Campagne in Duitsland. Dirk deserteerde al op 4 juli 1813, maar hij kwam pas in augustus 1814 thuis. De Franse stamboeken gaven aan dat Jan en Cornelis op 29 augustus 1813 waarschijnlijk krijgsgevangen waren gemaakt in Kulm in Bohemen. Jan keerde op 16 mei 1814 terug en ook Cornelis zag zijn geboortegrond terug.
86e Regiment Infanterie van Linie
Vanaf 22 mei 1813 diende Jacobus de Wit bij het 24e Equipages de haut-bord, een infanterie-eenheid die onder Napoleons marine viel. Op 16 oktober 1813 werd een groot aantal van deze zeesoldaten overgeplaatst naar het 86e Linieregiment om dat regiment te versterken. Dat was dus ook het geval bij Jacobus. Op 15 november 1813 werd hij echter opgenomen in het hospitaal van Mainz. Vanwege een langdurige afwezigheid schreef de Franse administratie hem op 25 maart 1814 uit.
Overige regimenten
Na de annexatie werden niet alleen de “Hollandse” linieregimenten 123 t/m 126 gevormd, maar ook nog andere “Hollandse” regimenten, zoals het 11e Regiment Huzaren.
11e Regiment Huzaren
Lambertus Dupont nam mogelijk deel aan de Veldtocht naar Rusland in 1812. Hij keerde in ieder geval heelhuids terug, want hij trouwde rond 1815 met Johanna Alenbeek.
De Nationale Garde was een thuisleger dat op 13 maart 1812 door Napoleon werd opgericht in verband met de komende Veldtocht naar Rusland. Tijdens de afwezigheid van de Grande Armée zou het land onbeschermd achterblijven. De Nationale Garde kreeg zo de taak grenzen, kustgebieden en strategische objecten te beschermen en binnenlands de openbare orde te handhaven.
3e Cohort van de Nationale Garde
Onderdeel van de Nationale Garde was het 3e Cohort, dat als standplaats Amsterdam had. Tegen de beloften van Napoleon in werd het 3e Cohort echter in het voorjaar van 1813 overgeheveld naar het reguliere leger om de eenheden in Duitsland te versterken. Jan Huijbers, Pieter van Leeuwen, Rijk Langemeijer en Hendrik Fredrik Ostheijmer maakten deel uit van deze eenheid. Het lijkt erop dat Rijk naar deze eenheid overging na zijn tijd bij het 125e Linieregiment. Drie van de vier jongemannen keerden terug, maar over het lot van Jan Huijbers bleef men in het ongewisse.
Tenslotte
Van de drie en twintig militairen uit Nederhorst den Berg die onder Napoleon dienden, keerden dertien personen terug en overleden twee personen in Franse dienst. Van acht jongemannen bleef onduidelijk wat hun lot was. In zijn artikel ‘Naamloze doden. Een tyfusepidemie onder soldaten van Napoleon’ stelt Joost Welten dat naar schatting slechts 10- 20% van de militairen sneuvelden als gevolg van krijgshandelingen. Verreweg de meeste soldaten stierven achter het front aan een combinatie van uitputting en besmettelijke ziekten.
Noten
[i] Volgens het Keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 zijn onder de Hoofdplaats Nederhorst den Berg (in het kanton Weesp) de volgende plaatsen begrepen: Ankeveen, Nederhorst den Berg, Nigtevecht en Hinderdam.
Ankeveen zullen we apart bespreken. De overige plaatsen komen in dit artikel aan de orde.
Nederhorst den Berg telde op bovengenoemde datum 672 inwoners. Nigtevecht en Hinderdam waren goed voor 396 inwoners.
Naschrift
Klik hier voor Vermiste militairen uit de gemeente Nederhorst den Berg.