Vermiste Militairen uit de gemeente Baarn
Op de vermissingslijst van de gemeente Baarn stonden acht personen vermeld.
Vijf militairen, 3 vrijwilliger/beroeps en 2 conscrits, vochten mee in Rusland en Duitsland.
De overige drie militairen kwamen uit plaatsen die buiten het gebied Tussen Vecht en Eem lagen. Deze bespreken we verder niet.
Cornelis Suijk en Hendrik Schmidt waren al in Hollandse dienst vóór de annexatie op 9 juli 1810. Ze gingen direct over naar het 3e Regiment te Voet van de Garde. Hendrik stuurde nog een bericht uit Würzburg, maar het is onduidelijk wanneer.
Met dit regiment namen ze deel aan de Veldtocht naar Rusland. Cornelis werd op 17 november 1812 krijgsgevangen genomen bij Krasnoi, Hendrik onderging hetzelfde lot op 20 november 1812.
Dirk Hartman uit Eemnes stond eveneens op de lijst. Ook hij ging als Hollands militair over naar het 11e Regiment Huzaren. Mogelijk ging ook hij naar Rusland, waar zijn regiment in de pan werd gehakt. Na het oversteken van de Berezina, eind november 1812, waren slecht 46 man over.
Waarschijnlijk kwamen de drie jongens in Rusland om. Twee jaar later verkeerde hun familie nog steeds in het ongewisse.
Leendert Verhaar uit Hilversum diende aanvankelijk bij het 123e Linieregiment, maar werd op 5 mei 1812 naar huis gestuurd. Daarna bleek hij opgenomen te zijn bij het 3e Cohort. Zijn familie vermeldde dat hij op 13 augustus 1813 zijn laatste bericht vanuit Braunschweig (Brunswijk) verstuurde. Hij was inmiddels ingelijfd bij het 146e Linieregiment, waarvan de stamboeken helaas verloren gingen tijdens een grote brand in Wezel.
Aart van der Geer vertrok pas in april 1813 naar zijn regiment, het 131e Linieregiment. Zijn laatste brief schreef hij op 10 augustus 1813 vanuit Erfurt, vlak na het einde van de wapenstilstand en midden in het oorlogsgebied in Saksen.
Waarschijnlijk kwamen Leendert en Aart in Duitsland om, hetzij tijdens de vele slagen tijdens de Najaarsveldtochten, hetzij door epidemieën of ziekten.
Bron: Utrechts Archief. Toegangsnummer 71-2 Commissarissen van de kwartieren Utrecht en Amersfoort, 1813-1816. Inventarisnummer 403. Pagina 124.