Verklarende woordenlijst
Certificat d’absence (verklaring van afwezigheid): dit is een verklaring dat X niet meer bij dit onderdeel aanwezig was,
dus absent, zonder dat men wist hoe en waarom
Certificat d’activité de service: m.b.v. dit bewijs kon een dienstplichtige aantonen dat hij onder de wapenen was
Chasseurs à cheval, jagers te paard, werden gerekend tot de lichte cavalerie
Classe: lichting
Congé de réforme (militair): afgekeurd
Conscrit: dienstplichtige
Depôt: de plaats waar de militaire activiteiten van een regiment werden ontplooid. Het depot was gevestigd in de garnizoensstad van het regiment
Dépôt des conscrits: een verzameldepot van dienstplichtigen voordat men naar een onderdeel ging
Deserteur: een militair die met voorbedachten rade de benen nam nadat hij in dienst was getreden. In de stamboeken werd de term ook gebruikt voor militairen die ongeoorloofd afwezig waren, b.v. na een veldslag
Dragons: regimenten van dragonders werden gerekend tot de middelzware cavalerie, het waren bereden infanterie-eenheden. Dragonders liepen met musket en bajonet of waren gezadeld met hun cavaleriesabels
Equipage de Haut Bord: infanterie-eenheden die onder Napoleons Marine vielen; indeling bij de Marine ter bewaking van de kusten. Op 16-10-1813 werd een groot aantal van deze zeesoldaten overgeplaatst naar het 86e RIL. Dit regiment heeft deelgenomen aan de Slag bij Leipzig (16–19 oktober 1813)
Expitatie: einde/afloop
Fuselier: geweerschutter, met het bajonetgeweer bewapend. Gewoon soldaat bij de Infanterie
Grenadier: soldaat gespecialiseerd in het werpen van een handgranaat.
Compagnie grenadiers was een eenheid van een bataljon waarin de grootste en sterkste soldaten werden ingedeeld. Grenadiers waren visueel te herkennen aan hun berenmuts
Indemniteit van réforme: de betaling die afgekeurde dienstplichtigen aan de staat moesten doen, afhankelijk van inkomen en vermogen van de betrokkene en diens familie
Infanterie: Voetvolk, het voornaamste wapen en de kern der tegenwoordige legers
Kurassiers: cavaleriesoldaten te paard die een kuras of borstharnas droegen
Nummer(ver)wisselaar: Uitgelote dienstplichtige die in plaats van een ingelote dienstplichtige diens dienstplicht vervult
Paspoort (militair): bewijs van (normale) dienst-beëindiging
Pasporteren: uit de dienst ontslaan
Plaatsvervanger: iemand die in de plaats van een andere persoon diens militaire dienstplicht vervult
Rayé: bij een naam, naam is doorgehaald, dus militair is uitgeschreven
Réformé (militair): afgekeurd
Réfractaire: dienstweigeraar. Het dépôt des réfractaires bevond zich in 1811 in Vlissingen
Sjako: een type militaire hoofddeksel
Sjakoplaat: een decoratieve metalen plaat die op een sjako wordt bevestigd
Sous-lieutenant: 2e luitenant
Suppliant: dit was de eerstvolgende dienstplichtige die een nummer had getrokken bij de loting, maar nog niet was opgeroepen en die bovendien medisch goedgekeurd was
Trein: hiermee wordt het wagenpark bedoeld, d.w.z. door ossen getrokken karren met munitie en andere voorraden
Veliten: lichte infanterie, speerwerpers zonder formele organisatie/ functie in een veldslag
Veliten: wees- en armjongens
Legioen van Veliten: kinderen van militairen die zijn omgekomen in dienst
Voltigeur: Lichte infanterist, eerder klein van gestalte en een goede schutter.
Kleine, wendbare soldaat die in schermutselingen voor de linies uit opereerde.
Hij is lichtbewapend en bestemd voor beweeglijke oorlogvoering. Hij voert de strijd niet in linieverband, maar in losse en verspreide opstelling. Deze infanterist blijft later deel uitmaken van het leger onder de naam ‘flankeur’ of ‘tirailleur’