Vermiste militairen uit de gemeente Nederhorst den Berg
De burgemeester heeft op 17 november 1814 een “NOMINATIVEN STAAT gepresenteerd der HOLLANDSCHE MILITAIREN in FRANSCHE DIENST, welken als nog worden vermist, en die men verondersteld dat in Rusland zijn krijgsgevangen geworden”.
Op de vermissingslijst van de gemeente Nederhorst den Berg kwamen zeven namen voor. Vier personen kwamen uit de gemeente Nederhorst den Berg. Van de drie overige jongemannen kwam er één uit de gemeente Loosdrecht, één uit de gemeente ‘s-Graveland en één persoon van elders. Deze laatste jongeman zullen we niet bespreken.
Cornelis van Altona (1789) kwam in november 1811 in dienst. Dat is alles wat we van hem weten. Op 11 november 1820 en 16 november 1825 had de Franse Staat een afwezigheidsverklaring afgegeven. Deze verklaring gaf alleen aan dat de persoon afwezig was, zonder dat men wist hoe en waarom.
Volgens de familie was Jacob van Groen (1787) vrijwilliger, maar in de Franse stamboeken stond hij vermeld als remplaçant van een andere conscrit van de jaarklasse 1812. Verder bleek hij op 16 april 1814 te Gent te zijn overleden. Dit bericht had zijn familie duidelijk nog niet bereikt.
Nicolaas van Santen was in 1791 te Nigtevecht geboren. Na een kort verblijf in het “depot van de conscrits” werd hij op 21 januari 1813 overgeplaatst naar het 6e Regiment Voltigeurs van de Garde. Volgens de Franse stamboeken zou hij in oktober 1813 krijgsgevangen zijn gemaakt. Zou dat tijdens de Slag bij Leipzig kunnen gebeurd zijn?
Het laatste bericht van vrijwilliger Barent Rijmerink (1782) kwam uit Harlingen, gedateerd van 31 maart 1812. Volgens de Franse stamboeken was hij ingedeeld bij het 3e bataljon van het 125e Regiment Infanterie van Linie, dat op 27 november 1812 in de pan werd gehakt aan de Berezina. Zijn familie verkeerde twee jaar later nog steeds in onzekerheid.
Hendrik Hogenbirk was geboren te Loosdrecht in 1790. Volgens de familie marcheerde hij op 29 februari 1812 naar zijn regiment. Ze hebben nooit meer een levensteken van hem gehad. Hij maakte deel uit van het 4e Regiment Tirailleurs van de Garde die o.a. te Smolensk en Krasnoi zwaar gevochten hebben. Volgens de Franse stamboeken zou hij op 31 december 1812 in Rusland zijn achtergebleven, waarschijnlijk als krijgsgevangene.
Willem van der Meer was in 1784 geboren in ‘s-Graveland. Hij was een conscrit van de jaarklasse 1808. In oktober 1811 marcheerde hij af naar zijn regiment. Hij liet voor de laatste keer van zich horen op 11 juli 1812, vanuit Metz. Toen bleef het stil.
Bron: Utrechts Archief. Toegangsnummer 71-2 Commissarissen van de kwartieren Utrecht en Amersfoort, 1813-1816. Inventarisnummer 403. Pagina 44.
