Vermiste militairen uit de gemeente Soest
Op de vermissingslijst van de gemeente Soest stonden vijf militairen vermeld, bestaande uit één vrijwilliger en vier conscrits. Ze dienden hetzij in Rusland in 1812 hetzij in Duitsland in 1813. Vier militairen waren afkomstig uit Soest. De laatste militair kwam uit een plaats buiten het gebied “Tussen Vecht en Eem”. We laten hem verder buiten beschouwing.
Cornelis Westerveld was al vanaf 1806 in dienst en ging na de annexatie naar het 2e Regiment Lansiers van de Keizerlijke Garde in Versailles. Volgens de familie kwam zijn laatste brief ook uit Versailles, namelijk op 11 februari 1813. Deze datum kan niet kloppen als zowel de familie als de Franse stamboeken aangeven dat hij in Rusland was krijgsgevangen gemaakt op 5 december 1812. Waarschijnlijk kwam Cornelis kort na zijn gevangenneming om vanwege de barre omstandigheden en de wrede behandeling.
Dirk de Beer verzond zijn laatste brief in 1811 vanuit Douai. Hij was ingedeeld bij het 14e Bataljon Artillerrietrein. Deze artilleristen gedroegen zich heldhaftig tijdens de Russische veldtocht. Een groot aantal sneuvelde in de slagen bij Borodino, Moskou en Smolensk of kwamen om in de Russische sneeuwvelden.
Rijk Steenbeek kwam pas in Franse dienst toen Napoleon tijdens de Volkerenslag verslagen was. Rijk startte bij het 8e Linieregiment en ging vervolgens over naar het 145e Linieregiment. Zijn laatste brief kwam uit Metz, gedateerd op 19 november. Hij deserteerde op 8 december 1813, maar slaagde er niet in het thuisfront te bereiken.
Arnoldus Gondelag startte zijn loopbaan bij het 3e Cohort. Waarschijnlijk werd hij daarna ingelijfd bij het Franse reguliere leger. De Nederlandse stamboeken vermelden zijn krijgsgevangenschap vanaf 30 augustus 1813. Hij werd in Teplice (Tsjechië) door de Oostenrijkers gevangen genomen en gedwongen te dienen in het Duitse Lichte Bataljon, waaruit hij deserteerde op 2 november 1815. Zijn familie moest dus nog een jaar op zijn terugkeer wachten.
Bron: Utrechts Archief. Toegangsnummer 71-2 Commissarissen van de kwartieren Utrecht en Amersfoort, 1813-1816. Inventarisnummer 403. Pagina 126-127.