Hollandse garderegimenten op weg naar Versailles
Op 31 juli 1810 ontving Charles Dubois vanuit Parijs het bevel alle Hollandse militairen van de Koninklijke Garde naar Parijs te begeleiden. Hierbij werd nadrukkelijk gesteld dat de Duitsers in de Hollandse regimenten als Hollander werden beschouwd. Napoleon wilde zoveel mogelijk militairen tot zijn beschikking hebben.
Eerst nog inspecteerde maarschalk Oudinot de troepen in Amsterdam. Daarna marcheerden ze via Utrecht en Hoogstraten naar Brussel. Hier volgde opnieuw een inspectie. Vervolgens ging de tocht naar en door Parijs om te eindigen in Versailles.
Op de paradeplaats kregen ze een toespraak van hun Franse tegenhangers van de ruiterregimenten, gevolgd door een uitnodiging voor dezelfde dag voor een grote maaltijd om te verbroederen.
Bijgaand schilderij, van de hand van Marius Roy (1853-1921), geeft een indruk van de sfeer.
De volgende dag was de troepenmacht uitgenodigd door de Grenadiers te paard, de Jagers te paard en de Dragonders.
Tijdens de toespraken meldde de prefect van het departement dat de Veliten (de nieuwe Pupillen van de Garde) van de Jagers te paard zich misdragen hadden. Deze jonge jongens van ca. 16 jaar hadden onder invloed en in uniform van het huzarenregiment, huisgehouden in Versailles.
Tot grote verbazing van de Fransen troffen de Hollandse officieren geen sancties tegen hen.
Toen Napoleon de Keizerlijke Garde op 23 september inspecteerde, gaf hij een reprimande aan Charles Dubois vanwege de misdragingen van de Pupillen van de Garde.
Bron
Lanciers rouges de la Garde impériale — Wikipédia (wikipedia.org)