3e Regiment Gardes d’Honneur (20 YC 171)

3e Regiment Gardes d’Honneur (20 YC 171)

Oprichting: 5 april 1813
Samenstelling: elitecorps bestaande uit jongemannen uit de gegoede kringen;
Depot: waarschijnlijk Metz

Na de smadelijke verliezen in Rusland, was Napoleon om nieuwe troepen verlegen om zijn gevechten in Duitsland in 1813 te kunnen voeren. Naast het oproepen van de gebruikelijke rekruten besloot hij, volgens het keizerlijke decreet van 5 april 1813, tot de oprichting van een geheel nieuw legerkorps van 10.000 man, Gardes d’Honneur (erewachten) geheten. Deze gardes werden samengesteld uit zonen van goede huize tussen 19 en 30 jaar ‘en zou een toevoeging zijn aan de waardigheid van de keizerlijke troon’. Het decreet gaf een nauwkeurige beschrijving van het kleurrijke uniform, bewapening en equipage. De kosten werden door de leden van de gardes d’Honneur zelf gedragen.
Zo liet Napoleon zien dat niet alleen de armere jongemannen werden opgeroepen, maar dat ook de meer gegoede kringen hun aandeel moesten leveren. Het was niet mogelijk een remplaçant op te roepen.
Door het oproepen van bemiddelde jongemannen gaf Napoleon invulling aan het devies ‘Egalité’ dat hij meegenomen had uit de Franse Revolutie.
In het gebied tussen Vecht en Eem zijn we slechts één Garde d’Honneur tegengekomen: predikantenzoon Joost Gerard Swaving uit Naarden, die in Zwolle woonde toen hij opgeroepen werd.
Bron: www.crommelin.org/history/Ancestors/Garded_honneur/Garded_honneur.htm