33e Regiment Lichte Infanterie (22 YC 234)

33e Regiment Lichte Infanterie (22 YC 234)

(33e Régiment d’Infanterie Légère)

Oprichting: 18 augustus 1810

Samenstelling: 3 oktober 1810 te Groningen. Het regiment was samengesteld uit onderdelen van het voormalige leger van het Koninkrijk Holland en bestond uit jagers;

Depot: aanvankelijk Groningen, vanaf augustus 1811 de vesting Charlemont bij Givet (F) en vanaf de zomer van 1813 Hamburg.

Welk traject naar Rusland heeft het 33e Regiment Lichte Infanterie genomen?
01-04-1811: vertrek naar Bremen en daar ingedeeld bij het Observatieleger aan de Elbe; het 5e bataljon bleef achter in depot; vervolgens werd doorgemarcheerd naar Maagdenburg waar de manschappen tot 17 oktober verbleven.

23-06-1812: bereikte de rivier de Niemen met 66 officieren en 2.470 overigen;

24-06-1812: overtocht van de Niemen: begin van de Russische campagne; het 33e was ingedeeld bij het 1e Korps van maarschalk Davout, een neef van Napoleon;

08-07-1812: het 33e bereikte Minsk (hoofdstad Wit-Rusland); er waren veel (800) achterblijvers. Daar voegde de legerleiding het 1e en 4e bataljon samen;

07-09-1812: Slag bij Borodino: 33e verloor 48 officieren en 360 overigen;

14-09-1812: het 2e en 3e bataljon van het 33e bereikten Moskou. Hoofd van het 33e, generaal van Dedem van de Gelder, betrad als één der eersten het Kremlin;

15-09-1812: vertrek uit Moskou;

17-11-1812: Slag bij Krasnoi, waarbij het regiment van 380 man sterkte terugviel tot 78 man; slechts 25 man waren ongedeerd. Tevens werden er manschappen als krijgsgevangenen afgevoerd;

1813: het restant van de bataljons kwam eind februari 1813 aan te Erfurt. Ze werden aangevuld met driehonderd conscrits uit het regimentsdepot te Givet.  Napoleon zette dit bataljon tijdens de voorjaarscampagne in tegen de Russen en Pruisen.

Tijdens de wapenstilstand in de zomer van 1813 werden bij het regiment te Hamburg vier bataljons, een compagnie artillerie en een depot opgezet.

Opheffing: 12 mei 1814

Er zijn geen scans beschikbaar van het 33e.

Uit de database kunnen we opmaken dat 23 streekgenoten waren ingelijfd bij dit regiment. Slechts zes militairen keerden terug. Dat waren de militairen die de hoogste inschrijvingsnummers hadden.

Bronnen:
G.A. Geerts: ‘De veldtocht naar Rusland in 1812 onder keizer Napoleon I’, aangevuld met gegevens van J.E. Rieksen, VOETSTAPPEN zonder ECHO etc.

Naschrift:
In zijn dissertatie vermeldt E.J. Rieksen op pagina 201 dat Christiaan Reeder, afkomstig van de Veliten,  op 6 oktober 1811 deserteerde uit Maagdenburg. Hij meldde zich vrijwillig op 20 maart 1813 in de buurt van Erfurt. In mei 1813 maakte hij de Veldtocht naar Silezië mee. Aan het einde van die veldtocht, op 1 juni 1813, werd hij ondanks zijn desertieverleden bevorderd tot korporaal. Hij maakte deel uit van de 3e compagnie die een uur van Cuxhaven lag gelegerd. Reeder deserteerde op 21 september 1813.

Chris Woerden uit Uithoorn laat weten dat hij inzage heeft gehad in een brief van Mattheus Vermaas. Vanuit Koningsbergen laat Mattheus op 10 december 1812 aan zijn verloofde weten dat hij drie maanden ziek is geweest en contact heeft gehad met J. van Wees (is vader van geremplaceerde).