Slag bij Smolensk

De Slag bij Smolensk  vond plaats op 17 augustus 1812 tussen 175.000 soldaten van de ‘Grande Armée’ en 130.000 Russen.

Napoleon bij Smolensk

Na een lange tijd van terugtrekken door de Russen, was dit de eerste echte confrontatie tussen beide legers.
Doordat er meer tegenstand was rondom Smolensk dan Napoleon had verwacht, viel zijn oorspronkelijke plan in duigen. De ontgoochelde Napoleon wilde nu een symbolische zege behalen door Smolensk te belegeren.
Napoleon stuurde drie legerkorpsen richting Smolensk om de hoge vestingmuren aan te vallen, begeleid door een groot artilleriebombardement. Smolensk was een middeleeuwse stad omgeven door dikke stenen muren, zeven en een halve meter hoog en vier en een halve meter dik, met ervoor een diepe, droge gracht en versterkt door dertig zware bolwerken.
Omdat de Russen toch geen vertrouwen hadden in de houdbaarheid van de vesting, verlieten zij hem niet lang daarna. Daarbij pasten zij de tactiek van de verschroeide aarde toe. door alle voor de Fransen waardevolle voorraden te vernietigen en de bruggen over de rivier in brand te steken.
De Russen verloren in deze operatie ongeveer 11.000 man en de Fransen 7.000.

De militaire theoreticus Carl von Clausewitz verklaarde achteraf dat het beleg en de inname van Smolensk Napoleons grootste vergissing was tijdens deze veldtocht. Immers de inname van Smolensk had op zich een louter symbolische maar geen strategische betekenis.
De verwoesting van Smolensk had als direct gevolg dat de stad niet meer kon dienen als winterkwartier met reservevoorraden voor de resten van de Grande Armée bij de terugtocht uit Moskou.

Bron: Wikipedia