134e Regiment Infanterie van Linie (21 YC 914-915)
(Her)oprichting: op 2 februari 1813 vanuit het Linieregiment van de Garde van Parijs
Depot: ?
Het regiment was in 1813 actief tijdens de Slag bij Möckern (5 april), de Slag bij Lützen (2 mei), de Slag bij Bautzen (21 mei) en de Slag bij Löwenberg (21 augustus).
In 1814 bij de Belegering van Maagdenburg (15 september 1813 tot 20 mei 1814 onder generaal Le Marois).
Na de Campagne in Saksen in 1813 was het regiment gedecimeerd en bijna van de kaart geveegd.
Kolonel/ brigadegeneraal: Kolonel (Marie) Frédéric Brillat-Savarin (1768-1836), die op 19 augustus 1813 te Löwenberg gewond raakte door een schot in zijn arm.[i]
Opheffing: op 19 juni 1814
Vijf jongemannen uit het gebied Tussen Vecht en Eem, dienden bij het 134e Linieregiment.
Vier van hen traden toe op 12 maart 1813, maar Cornelis van ’t Maalpad sloot zich pas op 14 augustus 1813 aan.
Ze keerden alle vijf weer naar huis terug.
Jan Ernst Swankhuijsen werd krijgsgevangen gemaakt op 16 december 1813 en enkele maanden later uitgeschreven.
Petrus Anthonie Ham deserteerde op 15 augustus 1813 en werd vervolgens naar het vreemdelingendepot in Namen gestuurd.
Jacob van Wielik deserteerde op 8 oktober 1813.
Jan Bollebakker en Cornelis van ’t Maalpad vertrokken op 14 mei 1814 weer naar hun vaderland terug, vanuit Stettin. Ook zij waren dus krijgsgevangen gemaakt.
[i] (Marie) Frédéric Brillat-Savarin was de jongste broer van Jean Anthelme Brillat-Savarin (1755-1826), advocaat, schrijver en gastronoom. Hij schreef “Physiologie du goût”. Naar hem is de kaas Brillat-Savarin genoemd.